description of slupilouanebabrebol

Term image: 
Color: 
#aa499a

SO WHAT: ontwikkeling van een tool rond uitwisseling van restwarmte en -koude

SO WHAT: ontwikkeling van een tool rond uitwisseling van restwarmte en -koude

SO WHAT - acroniem voor Supporting new Opportunities for Waste Heat And cold valorisation Towards EU Decarbonization - is een grensoverschrijdend project dat kadert in het Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020. Het projectconsortium wordt getrokken door de Italiaanse kennisinstelling RINA Consulting (www.rina.org) en bestaat uit 20 projectpartners verspreid over gans Europa. De Belgische partners zijn POM Antwerpen en de Kempische kmo Kelvin Solutions. 

Het doel van het project is het ontwikkelen van een algemeen toepasbare tool om op basis van beschikbare data in een vroege fase business cases te kunnen berekenen rond de uitwisseling van restwarmte en -koude. De tool kan helpen om investeerders in een warmtenetproject over de streep te trekken, en is nuttig voor de verschillende deelnemende partijen aan een dergelijk project:

  • Financiële afweging restwarmtebron
  • Financiële afweging voor partner die het warmtenet aanlegt en zal beheren
  • Financiële afweging voor afnemers van de restwarmte

Het project loopt tot november 2022.

Contactgegevens: 

Paul Robbrecht, energiemakelaar POM Antwerpen
paul.robbrecht@pomantwerpen.be
03 240 68 43

Gedeelde energie is dubbele energie

Gedeelde energie is dubbele energie

Met het project 'gedeelde energie is dubbele energie' stimuleert intercommunale DDS efficiënt en duurzaam energiegebruik in hun regio door lokale hernieuwbare-energiegemeenschappen op te zetten.

Wat is een energiegemeenschap? 

Een energiegemeenschap ontstaat tussen bedrijven of openbare gebouwen die in dezelfde regio of op hetzelfde industrieterrein liggen en hun energie delen.

Een voorbeeld:

Bedrijf A heeft een groot dak dat helemaal vol kan liggen met zonnepanelen, maar de eigenaar bedekt slechts de helft omdat dit de hoeveelheid energie voorziet die hij nodig heeft. Het hele dak vol zonnepanelen is een overbodige investering voor hem. Bedrijf B ligt op hetzelfde bedrijventerrein. De bedrijfsleider heeft meer energie nodig dan ze kan opwekken met zonnepanelen. Als de eigenaar van bedrijf A zijn dak helemaal bedekt met zonnepanelen, kan hij de energie die hij over heeft doorgeven aan bedrijf B. Zij vormen dan samen een energiegemeenschap.
Met dit project wenst DDS energiegemeenschappen van verschillende bedrijven of openbare gebouwen op te richten.

Hernieuwbare energie:

Hernieuwbare-energiegemeenschappen delen - het woord zegt het zelf - hernieuwbare energie. Dit kan zonne-energie of windenergie zijn. Bij zonne-energie worden tekorten en overschotten gecompenseerd tussen bedrijven. Bij windenergie exploiteren verschillende bedrijven samen een windturbine.

 

 

 

Project 'gedeelde energie is dubbele energie'

Het doel:

  • Energieverbruikers en -producenten engageren om samen te werken aan een toekomstbestendig energiesysteem.

  • Energie-investeringen ondersteunen en energiedelen stimuleren

  • Een antwoord bieden op stijgende energietarieven en CO2-emissietaksen

  • Bedrijventerreinen zelfvoorzienend maken op het vlak van energie

  • De assets voor de individuele productie en consumptie optimaliseren

De aanpak:

In een eerste fase monitoren we gedurende ongeveer een jaar alle energiedata van je bedrijf. Op basis daarvan stellen we samen met een gespecialiseerd bedrijf een gedetailleerd verbruiks- en productieprofiel op. Dit doen we bij alle deelnemende bedrijven.

Vervolgens stemmen we de energiestromen tussen verbruikers en producenten op elkaar af. Daarbij krijg je van ons advies over nieuwe investeringen in hernieuwbare energie. We bieden ook ondersteuning bij de uitvoering daarvan.

Het resultaat? Een efficiënt energieverbruik in een zelfvoorzienende energiegemeenschap.

Contactgegevens: 

Nathan Van Wouwe, energie- en klimaatcoördinator DDS
nathan.vanwouwe@dds-verko.be
0474 13 60 23

Sharing Logistics: deelplatform voor logistieke assets

Sharing Logistics: deelplatform voor logistieke assets

Met Sharing Logistics past VIL het principe van deeleconomie via een virtueel platform toe op de logistieke B2B markt. Er werd een stelsel te ontwikkeld waarbij bedrijven elkaars onbenutte assets en diensten kunnen gebruiken zonder dat er sprake is van winstbejag. De huurprijs van een bepaalde asset/dienst kan m.a.w. de gemaakte kost niet overschrijden. Bedoeling is dat de verhuurder een deel van de kosten van stilstand/leegstand kan drukken.

VIL ging in dit project van start door bij de deelnemende bedrijven hun logistieke assets en diensten die gedurende de dag onbenut blijven in kaart te brengen. Logistieke assets zijn meestal zeer kapitaalintensief, niet enkel in aankoop maar ook in onderhoud. Hierbij denken we aan heftrucks, hoogwerkers, vergaderzalen, straddle carriers, gekoelde ruimtes, veegtoestellen, onbenutte magazijnruimtes, veiligheidspersoneel, reachstackers, terminal tractors, opleiders, parkings,… Het huren van dergelijke assets brengt ook niet echt soelaas. Te duur, een te lange huurtijd, de fysieke afstand die te groot is, het materiaal dat niet altijd beschikbaar is op het juiste moment, niet exact het juiste materiaal, … Het zijn maar enkele van de redenen om niet te huren.

DOELSTELLING

De focus van dit VIL-project was om tot een efficiënt, afgewerkt webplatform te komen om de deelnemende bedrijven op een duidelijke en snelle manier met elkaar in contact te kunnen laten treden en een transactie tot stand te brengen. Dit alles zonder veel rompslomp en paperless met aandacht voor het juridische en verzekeringstechnische aspect van de zaak.

RESULTATEN

  • end-to-end analyse bij de deelnemers, welke assets/diensten zijn al dan niet geschikt
  • oplijsting van bestaande systemen en best practices bij kennisinstellingen en technologieproviders
  • aftoetsen van het juridisch en verzekeringstechnisch aspect
  • onderzoek naar mogelijke toepassingsgebieden en randvoorwaarden in verschillende sectoren
  • mappen van de mogelijke cases bij de deelnemende bedrijven
  • uitwerken van een functionele analyse om tot een operationeel webplatform te komen
  • uitvoeren van een proof of concept bij verschillende projectdeelnemers
  • berekenen van de ROI
  • analyseren van de testresultaten en wat zijn de lessons learned
  • lancering van het Sharing Logistics-platform als laagdrempelig deelplatform voor logistieke assets, waar bedrijven zich kunnen registeren om de tool uit te testen en – op termijn – daadwerkelijk te gebruiken
Contactgegevens: 

Sophie Delannoy, Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL)
Sophie.Delannoy@vil.be
03 229 05 36

Logigrid

Logigrid

Binnen hernieuwbare energiegemeenschappen kunnen omliggende bedrijven dankzij smart microgrid-technologie hun elektriciteitsproductie, -verbruik en -opslag op elkaar afstemmen. In het project 'Logigrid' willen VIL en Flux50 als speerpuntclusters voor de logistieke- en energiesector samen onderzoeken hoe deze technologie kan bijdragen aan de elektrificatie van de Vlaamse logistieke sector en haar transitie naar hernieuwbare energie. 

Logistieke bedrijven bieden een aantal potentiële opportuniteiten:

  • ze hebben vaak grote dakoppervlakken, geschikt voor installatie van zonnepanelen
  • ze zijn meestal op enige afstand van woonkernen gelegen wat ze in principe geschikt maakt voor installatie van windmolens
  • ze hebben een specifiek vraagpatroon en specifieke mogelijkheden voor energiebuffering in frigoruimten en batterijen voor (interne) transportmiddelen
  • de verwachte elektrificatie van voertuigen voor (goederen)transport zal de mogelijkheden van energieopslag binnen logistieke bedrijven nog gevoelig doen toenemen

Het project zal de mogelijkheden van smart microgrid-technologie aantonen voor logistieke bedrijven in Vlaanderen en hun potentieel in kaart brengen. Op het Logistiek Park Waasland in Verrebroek zal het gebruik van de technologie in de praktijk worden aangetoond, waarna de resultaten worden gedeeld en naar andere sites worden omgerekend.

Contactgegevens: 

Sophie Delannoy, Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL)
Sophie.Delannoy@vil.be
03 229 05 36

STEPS - Storage of Energy & Power Systems

STEPS - Storage of Energy & Power Systems

In september 2020 werd het startschot gegeven van een nieuw ambitieus Europees programma rond energieopslag. Storage of Energy & Power Systems, kortweg STEPS, beoogt een verdere ontwikkeling van de sector rond energieopslagproducten en een verbetering van de concurrentiepositie van deze sector in Noordwest Europa. Het project kadert binnen het Interreg Noordwest Europa programma en loopt tot en met 2023.

Energieopslag zal op termijn een steeds belangrijkere rol opnemen in de verdere decentralisering van het energiesysteem. Het is een essentiële schakel om vraag en aanbod van energie te stroomlijnen. Meer decentralisatie verhoogt de noodzaak aan op maat gemaakte oplossingen rond opslag met een kleinere tot middelgrote opslagcapaciteit (20kW-2MW). De huidige markt, die voornamelijk gedomineerd wordt door de VS en Azië , focust daarentegen op massaproductie.

De cluster van innovatieve bedrijven in Noordwest Europa bieden deze vormen van maatwerk wel aan, maar hebben het moeilijk om zich door te zetten in de markt. Financiële- en wetgevende barrières zijn hiervan belangrijke oorzaken. Daarnaast ontbreekt het vele bedrijven aan pilotomgevingen om nieuwe technologieën te testen. Het programma STEPS wil de sector rond energieopslagproducten een stevige duw in de rug geven door deze obstakels weg te werken.

De 3-trapsraket STEPS

Het Europees programma STEPS heeft zich enkele doelstellingen vooropgesteld om tegemoet te komen aan de noden van de sector

  1. STEPS wil KMO’s in Noordwest Europa adviseren en begeleiden in hun introductie tot de groeiende markt.
  2. STEPS wil de marktvraag voor energieopslagproducten aanzwengelen door het samenbrengen van vraag en aanbod.
  3. STEPS ontwikkelt een ondersteuningsprogramma voor KMO’s via een vouchersysteem voor de ontwikkeling van nieuwe energieopslagproducten. Daarnaast voorziet het 20 testlocaties voor het uittesten van nieuwe energieopslagproducten. Zo begeleidt POM Oost-Vlaanderen het zonnepark Terranova Solar in Zelzate.

Vlaamse samenwerking met Flux 50, UGent en fabriek energiek

Naast de POM Oost-Vlaanderen wordt STEPS bevolkt door verschillende partners uit Nederland, België, Verenigd Koninkrijk, Ierland en Duitsland.

Binnen Vlaanderen hebben naast de POM Oost-Vlaanderen ook Flux 50 (Vlaamse speerpuntcluster voor energie), de UGent en Fabriek Energiek (het educatief centrum rond hernieuwbare energie) zich geëngageerd binnen het STEPS-project.

Interreg Noordwest-Europa valt onder het Europese Cohesiebeleid en wordt gefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

Contactgegevens: 

Gieles Kinget, projectmanager POM Oost-Vlaanderen
gieles.kinget@pomov.be

Upcycle Your Waste: KGA-ophaling in Economisch Huis Oostende

Upcycle Your Waste: KGA-ophaling in Economisch Huis Oostende

In het kader van het nieuwe duurzaamheidsproject Upcycle Your Waste ondersteunt het Economisch Huis Oostende de KGA-ophaling van POM West-Vlaanderen. POM West-Vlaanderen organiseert eind mei 2021 opnieuw een ophaalronde voor klein gevaarlijk afval aan een gunstig tarief voor West-Vlaamse bedrijven, in samenwerking met Vanheede Environmental Services. Vanheede levert ook de nodige attesten af waardoor bedrijven meteen voldoen aan de VLAREMA-voorschriften voor het verplicht scheiden van afvalfracties.

Aarzel niet en vul het ophaalformulier in vóór woensdag 19 mei 2021. Alle informatie, de prijzen en het ophaalformulier vindt u op www.pomwvl.be/kga . De ophaalronde zelf is voorzien van dinsdag 25 mei tot vrijdag 4 juni 2021.

Wilt u ook de afvalstromen in uw bedrijf laten doorlichten door het Economisch Huis en minder betalen voor uw afval? Neem dan contact op met arne.rossel@economischhuis.be. Meer info over het project via  https://upcycleyourwaste.com/.

Contactgegevens: 

Met R-ACES naar een verlaagde CO2-uitstoot in de industrie

Met R-ACES naar een verlaagde CO2-uitstoot in de industrie

R-ACES staat voor “fRamework for Actual Cooperation on Energy on Sites and Parks” en is een Europees gesubsidieerd Horizon 2020-project.

R-ACES betekent een stapsgewijze verandering in de bijdrage van de Europese industrie aan de klimaatdoelstellingen van de EU. De industriële sector vertegenwoordigt immers 25% van alle energievraag en 50% van de totale vraag naar koeling en verwarming op het continent; toch is slechts 16% afkomstig van hernieuwbare energiebronnen. Door in te zetten op collectieve maatregelen en clustering kan de efficiëntie van de industrie drastisch worden verhoogd. 

Het project wordt uitgevoerd door 8 partners uit 6 landen. Het project heeft als doelstelling om op bedrijventerreinen minstens 10% emissiereductie te realiseren door overtollige energie uit te wisselen, gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen en alles aan elkaar te koppelen met slimme energiebeheersystemen. Een ecoregio is een geografisch gebied waar energie- en informatie-uitwisselingen plaatsvinden tussen verschillende bedrijven en actoren om afval en energieverbruik te verminderen. 

R-ACES bundelt de kennis en ervaring die is opgedaan in EU- en nationale projecten in een set van drie gerichte instrumenten, namelijk een zelfbeoordelingsinstrument, een juridisch instrument en een slim energiebeheerplatform voor clusters. De tools zijn ingebed in ondersteunende acties die zijn opgebouwd rond peer-to-peer leren, meer formele cursussen en webinars, en serious games. Samen stellen ze een cluster in staat om echt een ecoregio te worden en een zinvolle energiesamenwerking op te zetten. Het volledige pakket aan tools en ondersteuning is gericht op de high-potential clusters die in de European Thermal Roadmap zijn geïdentificeerd. Het zal worden gevalideerd in drie ecoregio's, actief worden ingezet in nog eens zeven regio's en verspreid over negentig regio's in heel Europa. Daarnaast zullen de tools en ondersteuningsmethodiek na afloop van dit project op duurzame wijze ter beschikking worden gesteld aan derden.

Het project is gestart in juni 2020 en loopt tot november 2022.

Contactgegevens: 

Paul Robbrecht, projectmanager R-ACES voor POM Antwerpen
paul.robbrecht@pomantwerpen.be
03 240 68 43

CIRCULER. Een onderzoeksproject rond circulaire bedrijventerreinen.

CIRCULER. Een onderzoeksproject rond circulaire bedrijventerreinen.

Het project CIRCULER is opgestart vanuit de visie van Interleuven en haar collega-intercommunales WVI en Leiedal om de aanpak voor de ontwikkeling van een bedrijventerrein permanent te verbeteren. De lat werd in het verleden al hoog gelegd door het streven naar een duurzaam bedrijventerrein met ingrepen zoals opvang en hergebruik van hemelwater, afname van groene energie, bedrijventerreinmanagement, efficiënt ruimtegebruik, … Met dit project gaan ze nog een stap verder en willen ze komen tot een circulair bedrijventerrein. Meer info over het project vindt u hier.

Op donderdag 10 december 2020 stelde Interleuven de toolbox voor (her)ontwikkeling van circulaire bedrijventerreinen voor aan een breed publiek van lokale besturen en ontwikkelaars tot bedrijven en bewoners van bedrijventerreinen. U kan de webinar hier herbekijken: https://youtu.be/2HG-v1BIP4w. De toolbox is het resultaat van het co-creatieproces van het project CIRCULER, dat werd gerealiseerd met de steun van Vlaanderen Circulair. In dit co-creatieproces werden de bedrijven van de bedrijventerreinen Haasrode betrokken. De bedrijventerreinvereniging C-Valley Leuven was tevens partner in dit project. De toolbox omvat maar liefst 64 acties verdeeld over zes relevante thema’s. Verschillende stakeholders kunnen aan de hand van deze acties aan de slag gaan om het circulair bedrijventerrein samen te realiseren. U kan de toolbox downloaden via www.circuler.be/download.

Hydrolog

Hydrolog

In het project Hydrolog onderzoekt VIL de mogelijkheden van het gebruik van waterstof voor interne transportmiddelen. Door de uitwerking van een business model waarbij verschillende bedrijven beleverd worden door een mobiel waterstoftankstation, wil het project Hydrolog de transitie naar een kostenefficiënt gebruik van waterstof faciliteren.

In de zoektocht naar een duurzame energiebron voor transport wordt het gebruik van waterstof, als alternatief voor fossiele brandstoffen, steeds vaker naar voren geschoven. Meestal met de focus op transport over de openbare weg, intern transport op bedrijfssites, zoals vorkliften, straddle carriers, kranen, e.a., komt voorlopig minder aan bod. Een te hoge investeringskost vormt voor veel bedrijven een obstakel om over te schakelen op waterstof. Het project ‘Hydrolog’ neemt de mogelijkheden van waterstof voor interne transportmiddelen onder de loep. Veel bedrijven hebben echter te weinig materieel om een investering in een eigen waterstoftankstation te rechtvaardigen. Daarom gaat dit project uit van het gebruik van een mobiel waterstoftankstation, waarbij meerdere bedrijven investeren in een gemeenschappelijk tankstation dat verschillende bedrijven belevert. Een gezamenlijke investering, of door een aanbod in een service model, maakt schaalvergroting mogelijk en kunnen de kosten voor de deelnemende bedrijven worden verlaagd.

OPPORTUNITEITEN
Hydrolog maakt het voor bedrijven mogelijk om de interne transportmiddelen te verduurzamen door:
- Het bereikbaar maken van waterstof als propere brandstof voor interne transportmiddelen
- Het realiseren van een kostenbesparing door schaalvergroting
- De energieonafhankelijkheid vergroten door combinatie van lokale productie en verbruik

CONCRETE ACTIVITEITEN
- Onderzoeken wat de technische, juridische en operationele voorwaarden zijn om een mobiel tankstation in gebruik te nemen
- Bekijken welke technologieën er reeds bestaan op vlak van productie, opslag en vervoer van waterstof
- Oplijsten welke interne transportmiddelen in aanmerking komen om te worden aangedreven op waterstof (bv. door ze te retrofitten)
- Best practices opsporen van bedrijven waar reeds met waterstof wordt gewerkt
- Berekenen welk business model zich het best leent voor het gebruik van een mobiele tankinstallatie: samenwerkings- of servicemodel
- Een proof of concept uitwerken, waarbij het gebruik van een mobiel waterstoftankstation zal worden uitgetest door een aantal logistieke bedrijven.

VIL werkt voor dit project samen met het Innovatief Bedrijfsnetwerk Power-to-Gas.

Contactgegevens: 

Hans Vandenborre
hans.vandenborre@vil.be

Project Smart Driver Pass wil toegang chauffeurs tot bedrijfssites vereenvoudigen

Project Smart Driver Pass wil toegang chauffeurs tot bedrijfssites vereenvoudigen

Het laden en lossen van vracht op bedrijfssites is een tijdsintensief proces. Zowat elk bedrijf hanteert zijn eigen toegangssysteem en chauffeurs moeten zich meestal fysiek aanmelden. Dit leidt tot wachttijden, ongemak en extra kosten. Met het project ‘Smart Driver Pass’ wil het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL), in samenwerking met zeven bedrijven, een oplossing aanreiken voor dit probleem door het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijke applicatie.

Op veel Vlaamse laad- en losplaatsen is er nog sprake van manuele procedures en individuele oplossingen op bedrijfsniveau op basis van een badge of identiteitskaart. Dit leidt tot tijdverlies en draagt een aanzienlijke kost met zich mee, die voor KMO’s niet altijd haalbaar is.

Alvast zeven bedrijven zetten hun schouders mee onder dit project om een innovatieve oplossing uit te werken. Atlas Copco Airpower wil het hele laad- en losproces op hun eigen bedrijfssite graag optimaliseren.

“Atlas Copco Airpower heeft reeds inspanningen geleverd om het laadproces efficiënter te laten verlopen. Zo beschikt de truckchauffeur, voor aanmelden bij de bewaker, over een referentie die vereist is voor toegang tot de site en kan de chauffeur, met behulp van een kiosk, automatisch zijn (vracht)documenten printen. Ondanks deze inspanningen ziet Atlas Copco Airpower verdere optimalisatiemogelijkheden. Vandaag moet de chauffeur op verschillende momenten uitstappen om de benodigde info te verkrijgen of te delen. Bovendien gebeurt dit via papieren kopieën. Door deel te nemen aan het Smart Driver Pass project wil Atlas Copco Airpower deze acties digitaliseren en, tegelijkertijd, efficiënter laten verlopen”, aldus Dries Godaert, Logistic Engineer bij Atlas Copco Airpower.

Met dit project wil VIL de bestaande en individuele oplossingen bundelen in één overzichtelijke applicatie. Het systeem zal werken op basis van een aan databases gekoppelde smartphone applicatie. Daarmee biedt het een laagdrempelige oplossing voor kleinere laad- en losplaatsen, die bovendien ook efficiënt is voor de gebruikers én de ideale basis vormt voor andere innovaties.

De huidige systemen focussen veelal op de veiligheids-en toegangscontrole terwijl aan de beoogde VIL-applicatie tal van extra functionaliteiten met toegevoegde waarde kunnen gekoppeld worden, zoals bijvoorbeeld vooraanmelding met het oog op een efficiëntere slotplanning, het afroepen van reeds aangemelde chauffeurs, identificatie bij onbemande nachtleveringen, de melding van een noodsituatie (evacuatie), enz.

Aperam Stainless Steel Belgium, Atlas Copco Airpower, Barry Callebaut Belgium, DP World, Fluvius, Peripass en Zetes nemen deel aan het project, dat ondersteund wordt door het Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO).